Rijksoverheid

LMS

Uitbreiding antennemasten

Het communicatienetwerk C2000 heeft een landelijke dekking. Een goede dekking is belangrijk voor het veilig en effectief kunnen functioneren van hulpverleners en daarmee voor de veiligheid van burgers. Door wijzigingen in het landschap kan het voorkomen dat er dekkingsproblemen ontstaan. Als gebruikers een dekkingsprobleem hebben geconstateerd, wordt dit gemeld bij de operationeel beheerder. De beheerder start vervolgens een onderzoek naar de oplossing. Als blijkt dat het oplossen van het dekkingsprobleem alleen kan met behulp van het plaatsen van een extra antennemast, dan begint het proces van verwerving.

Op grond van radiotechnisch onderzoek worden binnen het probleemgebied locaties onderzocht waar plaatsing van een C2000 antennemast het dekkingsprobleem oplost. Per locatie wordt, op grond van specifieke eisen die gelden voor het plaatsen en gebruiken van de antennemast, gekeken of plaatsing ook daadwerkelijk mogelijk is. Zodra vaststaat op welke locatie de antennemast moet komen, wordt met de eigenaar van de grond een overeenkomst afgesloten. De opstelpunten worden bij voorkeur op gemeentegrond geplaatst. Indien er meerdere gelijkwaardige opties zijn, wordt altijd gekozen voor een locatie waar omwonenden zo min mogelijk last van het opstelpunt hebben.

De operationeel beheerder kondigt na het afsluiten van de overeenkomst de plaatsing aan via de lokale krant en via deze website. Ook worden de stukken ter inzage gelegd bij de gemeente. Omwonenden kunnen zich zo op de hoogte stellen van de plaatsing. Vanzelfsprekend krijgen omwonenden en andere geïnteresseerden de gelegenheid om te reageren op de plaatsing. Het oprichten van een C2000 antennemast en de bijbehorende apparatuur is vergunningsvrij. Het is dan ook niet mogelijk om tegen de plaatsing van een C2000 antennemast bezwaar te maken of in beroep te gaan bij de bestuursrechter.

Hieronder vindt u locaties die op dit moment gepubliceerd zijn.